Nu er al bijna een jaar grotendeels vanuit huis wordt gewerkt en de eerste maanden van gewenning voorbij zijn, is het veilig om te zeggen dat er thuis net zo productief gewerkt wordt als op kantoor. 80% van de thuiswerkers die meededen aan dit onderzoek over thuiswerken en productiviteit bevestigen het. Toch voelt bijna driekwart van de thuiswerkers druk om (aan zichzelf) te bewijzen dat ze thuis net zo productief zijn. Die druk leggen werknemers zichzelf veelal op.
In dit onderzoek onder 738 fulltime en parttime thuiswerkers bekijken we wat de implicaties zijn van de veranderende werkomgeving op werknemers en naar welke zaken de aandacht van leidinggevenden nog uit moet gaan om de productiviteit hoog te houden zonder de werkdruk te verhogen. De volledige methodologie staat onderaan het artikel.

Uitgelicht:
- Respondenten tussen de 56 en 65 jaar zijn het meest productief thuis.
- 71% werknemers ervaart druk om productiviteit thuis te bewijzen.
- 59% werknemers ervaart druk om meer uren te werken sinds ze thuis werken.
- Bijna een derde thuiswerkers wil meer autonomie van manager
Thuiswerken heeft geen nadelig effect op productiviteit
Het is nog steeds goed gesteld met de productiviteit van thuiswerkers. Bijna driekwart (72%) van de ondervraagde werknemers geeft aan dat ze thuis heel of tamelijk productief zijn. Bijna niemand (7%) is thuis minder productief.

85% is ook zeer tot tamelijk tevreden over de kwaliteit van hun werk nu ze vanuit huis werken.
Boomers meest productief thuis
Er zijn wel kleine verschillen op te merken in productiviteit afhankelijk van de leeftijd. Zo zijn respondenten tussen de 56 en 65 jaar, het meest productief thuis. 44% van deze groep zegt heel productief te zijn sinds ze thuis werken, tegenover 29% gemiddeld. De groep tussen de 18 en 25 is iets minder productief dan gemiddeld, gevolgd door de werknemers tussen de 26 en 35 jaar.
Teamproductiviteit kan beter
Ook al zit het goed met de individuele productiviteit, de teamproductiviteit kan nog iets beter. De teamcommunicatie blijkt ook voor verbetering vatbaar.

Zonder face-to-face communicatie is het een uitdaging om voor iedereen op ieder moment duidelijk te maken hoe projecten lopen, via welke kanalen en hoe er gecommuniceerd moet worden en wat er op dat moment van iedereen wordt verwacht. Voor alles moet technologie gebruikt worden. Uit eerder onderzoek in juli bleek al dat 64% van het mkb in software geïnvesteerd heeft. Zo nam het gebruik van software voor videoconferenties, live chat software en software voor online samenwerking tijdens de crisis enorm toe.
Naast technologie, spelen de communicatieve vaardigheden van werknemers en leidinggevenden ook een rol. De capaciteit om digitaal goed te blijven communiceren is cruciaal om werken op afstand te laten slagen.
Productiviteit thuis net zo goed als niet beter dan op kantoor
De meeste werknemers hebben hun draai inmiddels wel gevonden thuis. 80% van de ondervraagde werkers concludeert dat thuiswerken geen nadelig effect heeft op hun productiviteit. Ongeveer de helft (48%) van de werknemers zegt namelijk thuis net zo productief te zijn als op kantoor en bijna een derde (32%) krijgt thuis zelfs meer werk gedaan.
De ondervraagde managers (203) delen deze mening. Ook 80% van de leidinggevenden concludeert dat werknemers thuis net zo productief zijn of meer dan op kantoor. Voor deze werkgevers staat er dus weinig in de weg om medewerkers ook in de toekomst hun favoriete manier van werken te laten kiezen. Uit onderzoek in de maand mei van vorig jaar bleek al dat 23% van de werknemers na de crisis volledig vanuit huis zou willen gaan werken en 41% van mening is dat hun bedrijf prima kan functioneren met medewerkers die permanent op afstand werken.

Een minderheid (twee op de tien respondenten) geeft aan dat thuiswerken nadelig is voor hun productiviteit. Vooral jongeren tussen de 18 en 25 jaar (23%) en millennials, tussen de 26 en 35 jaar (22%) hebben iets meer moeite om thuis net zo productief te blijven als op kantoor.
Voor de groep tussen de 26 en 35 jaar speelt de thuissituatie een rol. In deze leeftijdsgroep zitten veel gezinnen met inwonende jonge kinderen die werk moeten combineren met zorgtaken. Tegelijk werken en voor de kinderen zorgen of helpen met school kost meer moeite.
Afleiding is grootste oorzaak van productiviteitsdaling bij werken van huis
De daling in productiviteit wordt volgens de respondenten die thuis minder productief zijn (20%) vooral veroorzaakt door afleiding (68%), een gebrek aan creativiteit (29%), onduidelijkheid van taken en prioriteiten (25%), technische problemen (21%) en de uitdagingen van digitale communicatie.

Naast afleiding door kinderen, huisgenoten of andere zaken hebben de andere oorzaken niet zozeer met de thuissituatie te maken, maar eerder met de beperkingen die veroorzaakt worden door de fysieke afstand en de digitale samenwerking. Zo antwoordt 29% dat ze minder productief zijn doordat creatieve processen minder aandacht krijgen.
Gebrek aan mogelijkheden voor creativiteit werkt productiviteit tegen
Zonder creativiteit is het moeilijk om tot oplossingen te komen voor problemen of om te innoveren. Als er geen ruimte wordt gemaakt voor creatieve sessies kunnen dagelijkse uitdagingen van het werk vertraging veroorzaken. Maar hoe organiseer je bijvoorbeeld een digitale brainstormsessie? Je kunt niet meer in een groep om de tafel gaan zitten met grote witte cardboards en post-its. Er is voorbereidend werk nodig om zo’n sessie van de grond te krijgen. Er moeten digitale tools gevonden worden, bijvoorbeeld online whiteboardtools, om de digitale samenwerking te versoepelen. Dan moet iedereen de tool nog leren gebruiken. Daar gaat tijd inzitten en wellicht ook geld, als er voor de tool betaald moet worden. Niet alle organisaties hebben hier de middelen voor. Toch blijkt uit ons onderzoek dat een gebrek aan aandacht aan creatieve processen een nadelig effect kan hebben op de productiviteit.
Een derde factor die de productiviteit drukt heeft te maken met onduidelijkheid van taken en prioriteiten. Een kwart van de respondenten die thuis minder productief is, wijdt hun verminderde productiviteit hieraan. Bij werken vanuit huis hoort een grote mate van zelfstandigheid. Dat betekent je eigen dagelijkse takenlijst maken en weten wat de belangrijke dingen zijn waar je functie eigenlijk om draait. En dat kan best een uitdaging zijn als je wordt overstroomt door ad-hoc vragen van collega’s, slackberichten, vergaderingen en e-mails. Het is soms een hele kunst om onderscheid te maken tussen wat nú moet en wat kan wachten.
71% werknemers ervaart druk om productiviteit thuis te bewijzen
Ondanks dat slecht 20% van de ondervraagde werknemers thuis minder productief is, voelt 71% toch druk om te bewijzen dat ze thuis net zo productief zijn als op kantoor.

De druk komt grotendeels van de werknemer zelf (53%) maar ook gedeeltelijk van managers (21%). De oorzaken verschillen in beiden gevallen.
53% werknemers legt zichzelf druk op
De vraag is waar de druk die werknemers zichzelf opleggen vandaan komt. Misschien willen ze het bedrijf extra steunen in deze moeilijke tijd of zijn ze onzeker over de toekomst van hun baan. Ook kan het zijn dat ze, net als werkgevers, nog moeten wennen aan het verlies van de meer directe controle op hun werk en de nieuw verworven zelfstandigheid. Omdat het werk dat verricht wordt niet altijd meer direct zichtbaar is, proberen mensen op andere manieren hun inzet en betrokkenheid te tonen (aan zichzelf of aan hun baas). Zo ontstaat de druk om zich te bewijzen en daarbij ook de druk om meer uren te werken. Meer dan de helft (59%) van de ondervraagde werknemers geeft aan druk te voelen om langer door te gaan als ze vanuit huis werken.

Bovendien voelt slechts 29% van de thuiswerkers zich helemaal prettig om te stoppen met werken na het aantal uren te hebben voldaan dat per contract is vastgelegd. De meerderheid voelt zich enigszins prettig (51%) en 19% voelt zich zelfs onprettig.
Bij het nemen van pauzes voelen werknemers zich grotendeels tamelijk prettig, dus helemaal ongedwongen voelen ze zich dus blijkbaar niet.

Werknemers zoeken nog naar de balans tussen autonomie en verantwoordelijkheid
Uit bovenstaande resultaten blijkt dat het verantwoordelijkheidsgevoel van de gemiddelde thuiswerker erg groot is. Er wordt eerder te hard gewerkt dan te weinig en er wordt voorzichtig omgesprongen met de vrijheid en ruimte die met thuiswerken gepaard gaat. Zo doet de meerderheid (67%) van de ondervraagde werknemers slechts soms of zelden dingen die niet met werk te maken hebben tijdens hun werktijd:

Niet alleen werkgevers, maar ook werknemers zoeken dus nog naar de balans tussen de (nieuw) verworven autonomie en verantwoordelijkheid. Het is de taak van leidinggevenden om thuiswerkers te helpen hier een evenwicht in te vinden.
16% ondervraagde thuiswerkers heeft meer ondersteuning nodig van mangement
Dat kan in sommige gevallen betekenen dat er juist minder autonomie moet worden gegeven. 16% van de respondenten geeft aan dat zij wel wat meer ondersteuning van hun manager zouden kunnen gebruiken. Een té grote zelfstandigheid is namelijk ook niet goed. Autonomie moet wel onderhevig blijven aan bepaalde kaders, want anders slaat onzekerheid al snel toe. Het is dus belangrijk dat leidinggevenden hun verwachtingen duidelijk communiceren. Bijna een kwart (24%) van de ondervraagde werknemers is ontevreden over de communicatie met hun manager. Als taken en prioriteiten duidelijk zijn, dan hebben werknemers de zekerheid dat zij aan hun doelstellingen voldoen. Direct communiceren en feedback geven helpt.
Bijna een derde thuiswerkers wil meer autonomie van manager
Andersom kan het ook betekenen dat managers juist meer moeten loslaten en hun werknemers meer vrij moeten laten in de regie van hun werk. 30% van de ondervraagde thuiswerkers vindt dat hun manager wel iets meer aan hen zou kunnen overlaten.
Autonomie is meer dan alleen tussendoor je kinderen naar school kunnen brengen of een uurtje tussendoor kunnen sporten, het is ook bepalen hoe je je werk uitvoert, organiseert en plant. Het gebrek aan autonomie kan juist druk veroorzaken.
93% werkgevers vertrouwt veel of enigszins in zelfstandigheid werknemers
Om meer autonomie te kunnen geven is vertrouwen nodig. Daarom werd aan de deelnemers met een management functie gevraagd in hoeverre zij op hun werknemers vertrouwen als het gaat om het uitvoeren van hun dagelijkse werk vanuit huis. 47% geeft aan veel vertrouwen te hebben in hun thuiswerkers, 46% heeft enigszins vertrouwen. Ook werknemers geven aan dat hun managers veel (48%) en enigszins (47%) vertrouwen in hen hebben. Dit wederzijdse vertrouwen is een goede basis voor het vinden van de juiste balans en zal op de lange duur de druk wellicht verminderen.
Onderzoeksmethodologie
Dit onderzoek werd uitgevoerd in de maand november 2020 in de vorm van een online enquête onder 738 werknemers waaronder 203 werknemers met een management functie die geheel of gedeeltelijk vanuit huis werken. Alle respondenten zijn tussen de 18 en 65 jaar en fulltime of parttime werkzaam in Nederland in het midden- en kleinbedrijf (bedrijven met 2 tot 250 medewerkers), zelfstandigen uitgesloten. De respondenten zijn afkomstig uit verschillende sectoren.